Terug naar inhoudsopgave

Toepassingsinstellingen (Hulpprogramma voor beheerders)


Een beheerder kan de toepassingsinstellingen van Intel(R) PROSet/Wireless configureren om te bepalen hoe de toepassing zich gedraagt op de computer van de gebruiker en opgeven in welke mate gebruikers controle hebben over de verschillende aspecten van hun draadloze verbindingen. Deze toepassingen worden geconfigureerd met het Hulpprogramma voor beheerders en zijn niet dezelfde toepassingen als worden vermeld in het menu Extra.

U configureert als volgt toepassingsinstellingen:

  1. Klik op Toepassingsinstellingen opnemen in dit pakket.
  2. Schakel de instellingen in de tabel hieronder in of uit.
Naam Omschrijving
802.1x-verificatie

Hier kunt u de gebruiker in staat stellen om profielen te maken die verschillende EAP-typen ondersteunen voor de 802.1X-verificatie.

Selecteer de EAP-typen die u voor de 802.1X-verificatie wilt inschakelen op de computer van de gebruiker: EAP SIM, EAP TLS, EAP TTLS, EAP PEAP, EAP LEAP of EAP FAST.

AAA-besturing Waarschuwen als een andere toepassing de draadloze adapter gebruikt
Hulpprogramma voor beheerders Hiermee kunt u de toegang tot het Hulpprogramma voor beheerders uitschakelen op de computer van een gebruiker.
Toepassing automatisch starten Wanneer met een bepaald profiel verbinding wordt gemaakt met het netwerk, kan automatisch een batchbestand, een uitvoerbaar bestand of een script worden gestart. U kunt bijvoorbeeld automatisch een VPN-sessie (Virtual Private Network) starten wanneer een gebruiker verbinding maakt met een draadloos netwerk.
Radio in- of uitschakelen met andere toepassingen

Hiermee kunt u toepassingen van andere leveranciers in staat stellen om de schakelaar van Intel(R) PROSet/Wireless voor het aan- of uitzetten van de radio uit te schakelen.

CCXv4

Selecteer CCXv4 inschakelen zodat u gebruik kunt maken van de voorzieningen van Cisco Compatible Extensions, versie 4, (CCXv4) voor EAP-FAST-profielen.

Opmerking: De functie EAP-FAST I-ID-groepen (Instantie-ID) in het Hulpprogramma voor beheerders is niet beschikbaar als CCXv4 niet is ingeschakeld.

Bepaal welke van de volgende prompts u op de computer van een gebruiker wilt in- of uitschakelen voor EAP-FAST PAC-levering:

Prompts en waarschuwingen uitschakelen voor niet-geverifieerde levering: Met deze optie schakelt u prompts en waarschuwingen voor automatische levering van PAC uit als er geen PAC is of als er geen PAC is dat overeenkomt met de I-ID die is verzonden door de server waarmee verbinding wordt gemaakt.

Prompts uitschakelen wanneer de standaardserver (I-ID) wordt gewijzigd: Met deze optie worden prompts uitgeschakeld wanneer een client een server tegenkomt die eerder een PAC heeft geleverd, maar momenteel niet is geselecteerd als de standaardserver.

Niet-geverifieerde levering uitschakelen nadat PAC is geleverd: Met deze optie wordt automatische levering uitgeschakeld nadat een PAC voor de desbetreffende I-ID is geleverd.

Opmerking: Deze voorziening wordt met een beheerpakket geïnstalleerd als een van de volgende adapters is geïnstalleerd in de computer van de gebruiker:

  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_
  • Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding
Referenties in cache opnemen Als u deze optie selecteert, worden de referenties opgeslagen wanneer een gebruiker zich aanmeldt. Als de draadloze verbinding tijdelijk wordt verbroken, worden de opgeslagen referenties gebruikt bij het herstellen van de verbinding. De referenties worden gewist wanneer de gebruiker zich afmeldt.

Opmerking: Als deze optie uitgeschakeld is, kan de optie Vragen telkens wanneer ik verbinding maak niet worden geselecteerd wanneer een profiel wordt gemaakt.

Ad-hocnetwerken (apparaat naar apparaat) Hier kunt u opgeven of een gebruiker in staat zal zijn om ad-hocprofielen te maken en zich aan te melden bij ad-hocnetwerken.

Selecteer een van de volgende opties om op te geven of een gebruiker zich kan aanmelden bij ad-hocnetwerken:

  • Ad-hocnetwerken inschakelen
  • Alleen beveiligde ad-hocnetwerken inschakelen
  • Ad-hocnetwerken uitschakelen

Geef op of een gebruiker in staat zal zijn om profielen voor ad-hocnetwerken te configureren of niet.

  • Toepassingsinstellingen voor ad-hocnetwerken weergeven
  • Toepassingsinstellingen voor ad-hocnetwerken verbergen

Als u de uitvoermodus Ad hoc wilt verwijderen uit de Algemene instellingen van Profiel voor een draadloos netwerk maken, selecteert u zowel Ad-hocnetwerken uitschakelen als Toepassingsinstellingen voor ad-hocnetwerken verbergen. De gebruiker kan dan geen profielen maken voor verbindingen met ad-hocnetwerken.

Importeren en exporteren Selecteer deze optie om profielen te importeren in en te exporteren uit de computer van een gebruiker. Als de optie is geselecteerd, kunnen gebruikersprofielen automatisch worden geïmporteerd wanneer ze naar de daarvoor bestemde map worden gekopieerd.

Verbinding handhaven

Selecteer deze optie om de optie voor het handhaven van een verbinding te verbergen in de Geavanceerde instellingen van Profiel voor een draadloos netwerk maken. Met deze optie kan een draadloze verbinding worden gehandhaafd na afmelding door een gebruiker.

Opmerking: De optie Verbinding handhaven bij afmelding kan worden gebruikt met Nortel VPN Client wanneer deze is geconfigureerd om te worden afgemeld bij verbinding.

Bericht bij in- of uitschakelen radio

Hiermee kunt u toepassingen van andere leveranciers in staat stellen om de gebruiker te melden dat de radio van Intel(R) PROSet/Wireless aan of uit wordt gezet.

Coëxistentie Microsoft Windows XP

Selecteer Stel Microsoft Wireless Zero Configuration en Intel PROSet/Wireless in om samen op dit systeem te fungeren..

Selecteer deze optie om Microsoft Wireless Zero Configuration en Intel(R) PROSet/Wireless op dit systeem naast elkaar te kunnen gebruiken. Wanneer deze optie wordt geselecteerd, voorkomt u dat de Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration Service wordt uitgeschakeld wanneer Intel(R) PROSet/Wireless wordt ingeschakeld.

Continue verbinding

Selecteer Beleid voor continue verbindingen en computer bijwerken voorafgaand aan gebruikersaanmelding.

Opmerking: Bijwerken van het beleid kan het aanmeldingsscherm tot twee minuten vertragen.

Cisco-modus vóór aanmelding

Cisco-modus inschakelen wanneer vóór de aanmelding verbinding wordt gemaakt.

Cisco-toegangspunten ondersteunen het gebruik van meerdere draadloze netwerknamen (SSID's) waarvan er maar één wordt uitgezonden. Om verbinding te maken met zo'n toegangspunt, wordt een poging gedaan verbinding te maken met elk profiel. Dit wordt de Cisco-modus genoemd.

Opmerking: Het is mogelijk dat het tot stand brengen van de verbinding vóór de aanmelding de verbindingstijd vergroot.

Profielverbindingen

Profielverbinding van de gebruiker controleren.

Schakelen tussen gebruikersprofielen uitschakelen. Als u deze optie uitschakelt, kan de gebruiker verbinding maken met zowel gebruikersprofielen als beheerderprofielen. Als u deze optie inschakelt, kan de gebruiker alleen verbinding maken met beheerderprofielen. De beheerder bepaalt als volgt tevens welke beheerderprofielen beschikbaar zijn voor de gebruiker:

  • Gebruiker kan verbinding maken met alle beheerderprofielen.
  • Gebruiker kan alleen verbinding maken met het eerste beheerderprofiel.
Beveiligingsniveau Selecteer het beveiligingsniveau op de computer van de gebruiker.

Gebruikers kunnen alleen verbinding maken met profielen met dit beveiligingsniveau.

  • Gebruiker kan alleen verbinding maken met netwerken met persoonlijke beveiliging.
Melding over gedeelde mappen

Selecteer de instelling voor de melding over gedeelde mappen op de computer van een gebruiker.

  • Delen van gedeelde mappen automatisch opheffen bij verbinding met een onbeveiligd netwerk.
  • Deze melding uitschakelen.
  • Waarschuwen bij verbinding met onbeveiligd netwerk (standaard).
Eenmalige aanmelding Selecteer de typen beheerderprofielen die zijn ingeschakeld op de computer van de gebruiker.
  • Continue verbinding: Profielen zijn actief bij het opstarten en wanneer er geen gebruiker is aangemeld bij de computer.
  • Verbinding vóór de aanmelding of gemeenschappelijke verbinding: Profielen zijn actief op het moment dat de gebruiker zich begint aan te melden bij de computer.

Als er geen voorzieningen voor verbindingen vóór de aanmelding of gemeenschappelijke verbindingen zijn geïnstalleerd op een computer, zijn de gemeenschappelijke profielen ingeschakeld. Gemeenschappelijke profielen zijn actief nadat een gebruiker zich heeft aangemeld en de sessie actief is geworden.

Profielen voor continue verbindingen en verbindingen vóór de aanmelding of gemeenschappelijke verbindingen worden bovenaan weergegeven in de profiellijst. Deze profielen kunnen niet worden gewijzigd of verwijderd door een gebruiker.

Ondersteuningsinformatie

Geef de ondersteuningsinformatie op die u wilt weergeven in het dialoogvenster Info van Intel(R) PROSet/Wireless.

  • URL voor ondersteuning: Voer de website van het ondersteuningscentrum in waar klanten toegang krijgen tot technische ondersteuning.
  • Telefoonnummer voor ondersteuning: Voer het telefoonnummer in waarnaar klanten kunnen bellen voor technische ondersteuning.

Voice over IP

Met deze optie kunt u een toepassing van een andere leverancier inschakelen voor het gebruik van VoIP op de computer van de gebruiker. Standaard is deze voorziening ingeschakeld.

Opmerking: Deze voorziening wordt met een beheerpakket geïnstalleerd als een van de volgende adapters is geïnstalleerd in de computer van de gebruiker:

  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_
  • Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding

Wi-Fi-beheer

Selecteer welk Wi-Fi -beheer de draadloze verbindingen van een gebruiker regelt. Gebruik het Wi-Fi-beheer van de vorige gebruiker die was aangemeld of geef elke gebruiker de mogelijkheid om zelf het gewenste Wi-Fi-beheer te kiezen.

  • Gebruikers toestaan om na aanmelding tussen Intel(R) PROSet/Wireless en Microsoft Windows XP Wireless Zero Configuration te schakelen.
  • Het Wi-Fi-beheer bij de aanmelding is standaard het Wi-Fi-beheer dat actief was toen de laatste gebruiker zich afmeldde.

Wi-Fi Protected Setup*

Intel(R) PROSet/Wireless-software kan zo worden geconfigureerd dat deze fungeert als registratieserver voor toegangspunten die Wi-Fi Protected Setup ondersteunen. De registratieserver zorgt voor beveiligde, automatische overdracht van de sleutel of het wachtwoord van het toegangspunt of handmatige overdracht via een USB-flash-station of een ander extern apparaat.

  • Registratie van andere apparaten inschakelen (standaard).
  • Toepassingsinstelling voor inschakelen apparaatregistratie verbergen

Selecteer deze optie om het mogelijk te maken dat Intel(R) PROSet/Wireless andere apparaten registreert. Verberg de instelling Registratie van apparaat inschakelen in de Toepassingsinstellingen van Intel(R) PROSet/Wireless om te voorkomen dat de gebruiker de instellingen wijzigt.

Opmerking: Deze voorziening wordt met een beheerpakket geïnstalleerd als een van de volgende adapters is geïnstalleerd in de computer van de gebruiker:

  • Intel(R) WiFi Link 5300
  • Intel(R) WiFi Link 5100
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AGN
  • Intel(R) Wireless WiFi Link 4965AG_
  • Intel(R) PRO/Wireless 3945ABG Netwerkverbinding

Draadloze communicatie aan/uit

Schakel Selectie Draadloze communicatie aan/uit uitschakelen in om te voorkomen dat een gebruiker toegang heeft tot het besturingselement Radio inschakelen of Radio uitschakelen in het hoofdvenster of taakbalkmenu van Intel(R) PROSet/Wireless. Als een gebruiker probeert om het besturingselement voor de radio in te schakelen, verschijnt het bericht dat Deze voorziening is uitgeschakeld door de beheerder.

Schakel het selectievakje Selectie voor in-/uitschakelen 802.11a-radio in als u het besturingselement voor het in- of uitschakelen van draadloze 802.11a-communicatie wilt toevoegen aan het taakbalkmenu en het hoofdvenster van Intel(R) PROSet/Wireless op de computer van een gebruiker.

Schakel het selectievakje Selectie voor in-/uitschakelen 802.11a-radio uitschakelen in als u wilt voorkomen dat een gebruiker de 802.11a-radio kan uitschakelen. Als een gebruiker probeert om het besturingselement voor de 802.11a-radio in of uit te schakelen, verschijnt het bericht dat Deze voorziening is uitgeschakeld door de beheerder.

Wanneer deze voorziening op de computer van een gebruiker is geïnstalleerd, voert u de volgende instructies uit om het besturingselement voor de 802.11a-radio in of uit te schakelen.

De 802.11a-radio uitschakelen:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel(R) PROSet/Wireless op Radio inschakelen. De lijst met radio-opties wordt weergegeven.
  2. Selecteer 802.11a-radio uit. De 802.11a-radio is nu uitgeschakeld.

De 802.11a-radio inschakelen:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel(R) PROSet/Wireless op de knop 802.11a-radio uit. De lijst met radio-opties wordt weergegeven.
  2. Selecteer Radio inschakelen. De 802.11a-radio is nu ingeschakeld.

Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar voor draadloze adapters die 802.11a, 802.11b en 802.11g ondersteunen. Deze voorziening wordt niet geïnstalleerd via een beheerpakket wanneer de computer van een gebruiker een Intel(R) PRO/Wireless 2200BG Netwerkverbinding heeft.

Sluiten Hiermee sluit u het Hulpprogramma voor beheerders.
Help? Hiermee kunt u de helpinformatie voor deze pagina bekijken.

Terug naar boven

Terug naar inhoudsopgave

Voorwaarden voor het gebruik